Tijdens een discussie die ik deze week had met bestuurders van woningcorporaties kwam duidelijk naar voren dat voor een maximaal inzicht in de leefbaarheid van een wijk of buurt de harde data aangevuld moeten worden met ervaringen van de bewoners zelf. Dit klinkt heel vanzelfsprekend, maar hier wordt in de praktijk niet altijd op ingezet. Hoe ga je op een natuurlijke manier in gesprek met bewoners? Hoe krijg je hun beleving en die minder meetbare gegevens van de wijk in beeld? Hoe voorkom je bij het ‘ophalen’ van deze informatie al verwachtingen te wekken ten aanzien van verbetering?
Kwetsbare wijken in Nederland vormen een belangrijk punt van zorg. De kloof tussen kansarme en kansrijke wijken neemt toe, vertrouwen in overheid en instituties neemt af en ‘last but not least’ vormen ze een voedingsbodem voor criminaliteit. Niet voor niets trokken 15 burgemeesters aan de bel bij het Rijk en pleiten ze voor extra middelen om nieuwe en onorthodoxe aanpakken mogelijk te maken.
Komen tot vernieuwende en creatieve maatregelen is niet eenvoudig. Het denken vanuit de ‘systeemwereld’ blijft altijd op de loer liggen. Hoewel er een voorzichtige kentering gaande lijkt om meer te denken vanuit het perspectief van de bewoner, denken instituties vaak nog traditioneel vanuit eigen rol en verantwoordelijkheden. Het verbeteren van de onderlinge samenwerking lijkt daarbij vaak de meest vergaande en uitgesproken ambitie. Het centraal stellen van een gedeeld doel en de mens in de wijk verdienen echter een prominentere plaats.
Als Design Thinker bepleit ik per definitie een ‘eerst verliefd worden op het probleem en inzichten te vergaren alvorens in oplossingen te duiken’. Ik waan mij in goed gezelschap, want zelfs Einstein zei al: “If I had only one hour to save the world, I would spend fifty-five minutes defining the problem and only five minutes finding the solution”.
Nu is mijn stelling niet dat we weinig weten over de problematiek van kwetsbare wijken, integendeel, maar mijn pleidooi is wel dat we lokaal, aanvullend op de harde data, meer moeten investeren in het boven tafel krijgen van de daadwerkelijke beleving van bewoners. Met deze inzichten kan vervolgens achterhaald worden hoe met relatief kleine ingrepen (als een steen in de vijver) de ‘beleefde leefbaarheid’ een eerste boost kan krijgen, vertrouwen teruggewonnen kan worden en hoe het samenwerken met de bewoners vorm zou kunnen krijgen. Juist dat laatste draagt bij aan een veerkrachtige wijk.
Met enige regelmaat bezoek ik daarom wijken waar de leefbaarheid onder druk staat. Ik ga waar mogelijk het gesprek aan met bewoners, heb oog voor zaken zoals hangplekken, zwerfafval, gesloten gordijnen en geluidsoverlast en vorm me op die manier een beeld van de zaken waar bewoners zich al dan niet prettig bij voelen. Ook van de houding tegenover de professionele instituties probeer ik me een beeld te vormen.
Bent u geïnteresseerd in het aangereikt krijgen van de niet direct meetbare factoren die voor de bewoners van invloed zijn op hun woonplezier, lees de beleefde leefbaarheid in de wijk, neem dan eens contact op. Naast de gegevens en informatie die u al beschikbaar heeft, levert een dergelijke Quick Scan u mogelijk nieuwe inzichten op of maakt het in ieder geval mogelijk de beschikbare data beter te duiden. De scan wordt zeer low profile uitgevoerd en zal op bewoners zeker niet als onderzoek overkomen.
Uiteraard informeer ik u graag verder over mijn werkwijze en de manier waarop ik het resultaat van mijn scan aan u zal presenteren. Een presentatie die zich prima leent om als input te dienen voor een mooie bijeenkomst met uw lokale partners en het informeel van gedachten wisselen over (nieuwe) mogelijkheden van samenwerking.
Ries Ouwerkerk